
Afgelopen week was het “International Men’s Day “(29 november).
Het is wonderlijk te zien hoe we 8 maart (internationale Vrouwendag) altijd vieren, in sommige landen zelfs een vrije dag!) maar dat deze dag altijd een beetje weggemoffeld wordt.
Ik krijg dat, als rechtgeaard feminist, wel ‘s om mijn oren gesmeten – aan de ene kant de “waarom hebben mannen een aparte dag nodig? Alle dagen zijn al mannendagen” en aan de andere kant de “ja, nou – vier DAT dan maar ‘s hé!!”
Als rechtgeaard feminist vind ik beide zijden onzin want ik geloof juist in gelijkwaardigheid. Altijd. Voor allemaal. In the good, the bad and the ugly. In sickness and in health. For better, for worse. Nou ja, je snapt me wel.
Die gelijkwaardigheid is een basisprincipe in mijn werk:
Mannen hebben recht op Ruimte voor hun Rouw, hoe ze dat ook uiten, in geborgenheid.
In een andere blog schrijf ik binnenkort uitgebreid over de verschillen in uiting van verdriet van mannen, ten opzichte van hoe vrouwen dat doen, en hoe de rouw van mannen vaak misverstaan wordt. Belangrijk om te weten hoe dat eruit ziet, leer het herkennen en verbind je met de ander! Hij heeft je méer dan nodig.
Afgezien van de manier waarop mannen hun verlies uiten – of “innen”, wat vaker voorkomt – is er bij mannen vanzelfsprekend net zoveel behoefte om te rouwen in verbinding, om getroost te worden.
Dus daar ga ik het vandaag even met jullie over hebben. De veilige haven.
Hoe bied je een veilige haven voor een man in rouw?
Het is zo simpel – en tegelijkertijd zo moeilijk: verbind je met hem.
Verbinden gaat over “Zie je mij? Hoor je mij? Neem jij mij (voor) WAAR?”
Voor ik meer vertel wil ik éen ding heel duidelijk stellen: Troost is niet bedoeld om het rouwen te stoppen.
TROOST IS BEDOELD OM HET ROUWEN TE LATEN GEBEUREN.
Wil je iemand troosten omdat je zijn leed niet kunt verdragen en dus wilt dat het stopt – voor jouw gemak? Hou er dan alsjeblieft meteen mee op. De rouwende zal het waarnemen en géen veilige haven ervaren, de verbinding verbreekt en je helpt de ander van de regen in de drup. Rouwen moet eruit!! Het heeft een functie, het is de weg naar heel-zijn. Onderbreek dat niet, hoe goed je het ook bedoelt, want daarmee voorkom je dat de ander heelt!
Er zijn twee manieren om te troosten, ik noem ze voor het gemak even “geborgen intimiteit” en “ruimte voor rouw”.
Geborgen Intimiteit
Dit is vaak lijfelijk. Een arm om je heen, een hand op je schouder. Een aai over je rug of je hoofd, warme armen om je heen.
Een zakdoek aangeboden krijgen, een warme kop thee, een maaltijd. Gezelschap.
Vrijen. Sex.
Dit is de vorm die weduwnaars het meest ontberen als hun partner wegvalt.
Soms maken mensen de fout troost te zoeken in sex, en dat is geen goed idee. Hoewel de lichamelijkheid er zeker kan zijn, is de diepe intimiteit er niet, en dan laat het alleen maar meer “verweesd” achter. Je omlijnt als het ware het Grote Ontbreken ermee. (Ik schrijf ook nog ’s een blog over waarom sex een geweldig goed idee kan zijn in je weduwnaarschap – zolang het maar niet als troost is!)
Zoek je de lichamelijkheid in vriendschap, dan kom je veel beter aan je trekken. Het vragen van een omarming of knuffel aan goede vrienden of dierbare familie kan het rouwen mogelijk maken. Maar dat is best een hele stap – aan iemand vragen of je een knuffel “mag”. Het is ook een hele stap om het aan te bieden, maar doe je best, als omstander, en probeer het toch. Samen sporten of een stevige wandeling, houthakken, een klus klaren zijn ook vormen van Geborgen Intimiteit die in vriendschap het lichamelijk contact kunnen vormen. Bij Geborgen Intimiteit horen de sensatie “Ik ben geliefd, ik mag er zijn”.
Er zijn echter coping-mechanismen bij mannen die dit niet de beste vorm van support kunnen maken.
Als een man gewend is geraakt zijn verdriet en pijn te verinnerlijken kan de koesterende lijfelijkheid juist alles op slot gooien. (Brave face, Carry on)
Er kan ook een allesoverheersende blokkade ontstaan in het uiten van verdriet als de rouwende de behoefte heeft zijn geliefden/familie/omgeving te sparen voor wat hij zelf als angstaanjagend en “te groot” ervaart. “Ik moet dit alleen verkroppen” klinkt heel heldhaftig maar ondermijnt je gezondheid en je vermogen het leven in alle zwaarte aan te gaan juist volledig. (Atlas-complex)
Ruimte voor Rouw
Als een man niet gewend is om zijn verdriet te uiten in tranen en woorden, ontstaat het verinnerlijken van pijn. Dit heeft vaak als oorzaak een traumatische ervaring (“grote jongens huilen niet”) en het veroorzaakt er meteen ook éen.
De destructie van het Zelf die dat met zich meebrengt is te herkennen aan bijvoorbeeld deze uitingen:
- Agressie (uiting van machteloosheid)
- Depressie (uiting van verdriet)
- Suicidale neigingen (uiting van opgegeven levensdrift)
- Verslaving (uiting van zoeken naar verdoving van de pijn, vergetelheid zoeken)
- Isolatie (uiting van het opgeven van verbinding met Zelf en anderen)
Deze destructie van het Zelf heeft dus meerdere beschadigingen tot gevolg, met name ook in het maatschappelijk en interpersoonlijk functioneren. In zulke gevallen is een andere vorm van troost als veilige haven: Ruimte voor Rouw. Hierbij wordt een “safe space” gecreëerd. De trooster is een standvastige, betrouwbare, stille getuige van de rouw en diepe emoties, ongeacht hoe deze geuit worden. Dit kan een vreemde zijn, bijvoorbeeld een therapeut, die de rouwende onvoorwaardelijk neemt voor wie hij is en wat hij meebrengt. Het tot stand brengen van de verbinding die dit vertrouwen, dit gevoel van “safe space” mogelijk maakt vergt tijd. Soms gaat dat vloeiend en geleidelijk, soms schoksgewijs.
Dit is precies waarom ik zesmaands-trajecten aanbiedt: het rapport opbouwen, de verbinding tot stand laten komen, het uiten van verdriet, het doorleven ervan, het aanvaarden ervan, en het ontdekken van een “nieuw nu” heeft tijd nodig.
Voorwaarde voor het slagen van zo’n traject is de verbinding in onvoorwaardelijke bekrachtiging. Je mag er zijn, met alles wat je brengt. Hier ben je veilig. Wees welkom.
Mannen hebben net zoveel verdriet als vrouwen. Ze hebben net zulke complexe emoties, en net zulke diepe gronden.
Het niet kunnen of mogen uiten van hun gevoelens veroorzaakt dat de complexiteit hen zelf te boven gaat, waardoor ze verdrinken in het moeras van pijn en verdriet.
Wat we als omgeving steeds weer te doen hebben is laten merken dat we er zijn voor hen, hoe ze ons ook willen ervaren: liefdevol koesterend in geborgen intimiteit, of onvoorwaardelijk bekrachtigend in Ruimte voor Rouw.
Laten we proberen, juist in deze weken, een Veilige Haven te zijn.