Cleaning out your Rolodex

Onlangs kwam ik dit stuk tegen op Medium, en ik wil het graag met jullie delen. Het is van Erin Donovan, en ze beschrijft hierin welke vervelende encounters ze had terwijl ze haar moeders dood verwerkte. Ik vind het zo’n goede omschrijving, dat ik haar stuk hierbij vrij vertaald weergeef.
“In april 2015 overleed mijn moeder bij een auto-ongeluk. Het was verschrikkelijk, ik wens het niemand toe. Terwijl ik haar uitvaart plande, haar huis uitruimde en ontdekte hoe mijn leven eruit zag zonder haar, viel het mij op dat mensen soms echt verschrikkelijke dingen tegen je zeggen bij nare gebeurtenissen. Deze ervaring gaf me een realistisch inzicht in het spectrum van menselijk onvermogen waar het omgang met trauma en moeilijke situaties betreft. Hier is een korte introductie van het type mensen wat je beslist tegen gaat komen in de donkerste dagen van je leven en dé tip om daar het snelst van af te komen.
1. Deelnemers aan de Olympische Spelen van het Verdriet Wat er ook met je gebeurd is, iets Veel Ergers is hen overkomen. Of iemand die ze kennen, of iemand waar ze ooit iets over hoorden, of van iemand op Facebook. Deze mensen hebben altijd een overtreffende trap van ellende voor je. Piëteit en ruimte laten voor je verdriet zijn hen vreemd.
2. De Emotie-Politie. Iedere verlieskundige expert zal je vertellen dat je rouw per definitie ingewikkeld is en veel emoties kent. Maar dat moet je niet doorvertellen aan de mensen die bij de Emotie-Politie horen. Zij vinden dat je verdrietig moet zijn. Niks meer, niks minder. Ze veroordelen je als je niet constant in zwarte kledij gehuld op de kist ligt te huilen. Op welke kist dan ook.
Niemand heeft het recht jou te vertellen hoe je moet rouwen. Wat je moet voelen. Wanneer. In welke mate. Je hebt alle recht om verdrietig te zijn, maar ook om het niet te zijn. Om momenten van woede, onmacht te voelen – of opluchting. Of zelfs geluk.
Het is normaal om niet te huilen als je in shock bent, of gewoon te moe. Het is normaal dat je moet lachen terwijl je neus nog rouwrandjes heeft. Het is normaal om boos te zijn op het leven én de dood, en alle mensen om je heen die niet rouwen maar gewoon doorgaan. Het is normaal om niks te willen eten, maar het is evenzo normaal om heel erg te genieten van een broodje oude kaas, en daarna nog eentje met kroket. Het is normaal om gewoon door te gaan, tot je weer gaat huilen of te moe bent.
Het.Is.Allemaal.Normaal.
3. Afdoeners en kleinmakers Afdoeners en kleinmakers hebben geen enkel talent voor emotionele intimiteit of het in ongemak bij je zitten. Ze zullen hun uiterste best doen jou zo snel mogelijk in de “normaalstand” te krijgen. Hún normaalstand, bedoel ik.
Er is geen cliché te groot voor deze mensen om je tot de orde te roepen. “Tijd heelt alle wonden” “Je krijgt nooit meer te dragen dan je aankunt” “Waar een deur sluit gaat een raam open!” En de topper: “Uiteindelijk komt alles goed”.
Al deze opmerkingen hebben maar éen doel: de spreker ervan zijn ongemak zo snel mogelijk te laten lozen, en met dezelfde vaart jou een extra ongemak te geven, namelijk van schaamte dat je ze überhaupt lastig viel met je verdriet. Het idee dat ze een paar minuten van hun leven empathisch met je kunnen zijn, even bij je te zijn IN je verdriet, zonder overtuiging, oordeel, mening of oplossing, is veel te veel gevraagd.
4. de “nouja, tenminste/gelukkig”brigade Letterlijk – elke zin die begint met “nouja, tenminste…” of iets van gelijke strekking zou niet gezegd moeten worden tegen iemand in rouw. Nooit. Geen enkele verlies-ervaring werd ooit beter van “nouja, tenminste…” Zeg het gewoon niet – maar zeg het vooral niet als iemand in rouw is. Het is niet empathisch, niet aardig, en niet juist.
Daarbij aangemerkt: Als rouwende kun je je zelf ook schuldig maken aan deze relativering. “Nouja, tenminste lijdt mijn moeder nu niet meer”. “Gelukkig is het huis snel te verkopen”. Er zijn vele varianten. Dat mag, soms, even. Het helpt inderdaad om te relativeren. Maar je verdriet is groot, en dat hoeft niet weg-gerelativeerd. Jij mag zelf relativeren als het jou helpt, maar niet om iemand anders te helpen, en niemand anders mag zo’n zin tegen je gebruiken.
5. Emotionele aasgieren Een andere empathie-gebrekkige sekte waarvan de leden teren op andermans ellende. Zij wentelen zich in jouw verdriet, of wiens verdriet dan ook. Het zijn de mensen die “meelopen in een stille tocht” en hopen dat ze dan op SBS6 worden geïnterviewd, hoewel ze de aanleiding van de stille tocht helemaal niet persoonlijk kennen. Het zijn de mensen die “erg he” zeggen met een zekere wellustige glans in de ogen. Gretig delen ze hun nietpersoonlijke verdriet met een ieder die maar in de buurt komt. Ze houden van tragedie, drama en spektakel, en zullen hun best doen het ook in stand te houden en te voeden, daarbij de gevoelens van de echt betrokkenen volledig negerend.
6. De Voetstuk-Pages Deze mensen zetten je op een voetstuk (of stoppen je in een verstikkende kooi, glazen kist, of donker doosje) en spreken bij voorkeur vóor je of over je heen. Ze strooien met “moedig” en “sterk” om je maar tot stilte te manen. Terwijl ze zich voordoen als “met de beste bedoelingen” peuren ze in je wonden, maar als je zegt dat het pijn doet wordt je de mond gesnoerd.
Hierbij een aantekening: “zo sterk” blijk je pas na het doormaken van alle ellende, niet tijdens. (voor mij voelt het nog steeds niet als sterk, meer als taai. En een stuk wijzer, dat ook. @AM) Tijdens je rouw ben je zwak, kwetsbaar en makkelijk onder de voet te lopen.
7. Het Publiek Deze mensen willen graag waar voor hun geld. Dus of je je verdriet even wilt UITEN op spectaculaire wijze. Ze willen de hele show! Ze triggeren je met uiterst ongepaste vragen tot tranen en ze willen graag álle afschuwelijke details horen over de dood van je naaste. Ze kicken op jouw pijn en verdriet.
8. De Zorgeloze Idioten ook wel bekend als de “is er wat gebeurd dan?”club Niets wat jou gebeurt kan ooit zo interessant zijn als hun leven. Soms zijn deze mensen leuk om bij te zijn (de instagramfoto’s van jullie etentje vorige kerst waren echt goed gelukt) maar langdurig bij deze narcisten in de buurt zijn werkt tegen je. Het enige gevoel wat ze je geven is dat jij, nu je verdriet hebt, zwaar mislukt bent en uit de groep gevallen. Pluspunt: dit is een zelfreinigende smet. Zodra je aangeeft even niet meer zo gelukkig te zijn als op de foto’s zullen ze je verder zwijgend negeren, ontvrienden, blocken. Dat hoef jij dan in ieder geval niet meer te doen, het scheelt.
9. “Zeg het met een kaartje”. Er zijn mensen die bij gebrek aan eigen woorden grijpen naar het kaartenrek vol ongerijmde welbespraaktheden in tijden van crisis. Niet zo invasief als voornoemde types en ze bedoelen het écht goed, maar zij kunnen alleen maar communiceren via kaartjes met clichés en gelukskoekjes-quotes. Het zijn de mensen die je vertellen “hoe trots mijn moeder nu op me zou zijn”. Ik kan daar vier dingen op zeggen. 1. Kende jij mijn moeder dan? 2. Helemaal niet, want ik ben nu ronduit gemeen, en daar hield mijn moeder niet van. 3. Mijn moeder is een bergje as, die voelt helemaal niks meer, en al helemaal geen trots. 4. Ik stel het echt op prijs als je je banaliteiten niet over mij heen kotst, en bedankt. (zie, ik ben echt niet aardig)
10. De Knuffelaars Misschien is het een beetje zwaar aangezet, maar ik vind echt dat de neiging me te willen knuffelen omdat mijn moeder dood is, een standrechtelijk vergrijp zou moeten zijn.
11. de “Maar jullie hadden toch helemaal niet zo’n goede band?roepers Ja dat klopt, en ja dat doet echt altijd zeer, maar het is niet van belang hier.
Als iemand overlijdt met wie de band niet in orde was, heb je niet alleen verdriet van alle dingen die er goed waren, maar vooral ook van alle dingen die je niet meer goed kunt maken met diegene. Je hebt verdriet van alle dingen die ongezegd bleven, alle vragen die niet gevraagd werden, alle verontschuldigingen waar je niet aan toe kwam of die je zo nodig had. Dat is bijkomend, en dubbel verlies. Ook een ouder met wie je geen band hebt, of de band verbroken, is een relatie.
Tenslotte, aan alle omstanders van mensen in rouw: als éen van deze types je pijnlijk raakte, enige herkenning en zelfinzicht bij je teweeg bracht of misschien wel schaamte, voel je vrij dat even te beleven in de anonimiteit van het internet. Niemand hoort je piepen. Wees je voortaan bewust dat jouw goede bedoelingen nog steeds een kwetsend effect kunnen hebben en stel je gedrag bij. Maak je excuses als je een situatie herkende (nu leven jullie allebei nog he) en realiseer je dat je niet de enige was die het fout doet, maar dat is ook geen excuus, op zich. Rouw is niet iets waar je je op kunt voorbereiden – noch voor de direct getroffene, noch voor de omstander. Geklungel mag, maar als je beter weet, maak het dan in orde.
Aan de rouwers: Veel van de voornoemde reacties zijn ingebakken in onze cultuur, waarin verdriet bijna enger wordt gevonden dan een geslachtsziekte. Vergeef degenen die het verklungelden bij je. Niet voor hen, maar voor jezelf. Je hebt je energie voor wat anders nodig. Wie het verklungelde maar uit onwetendheid verdient nog een kans. Wie zich voedt op welke manier dan ook met jouw verdriet, een oordeel heeft over jouw manier van rouwen, of je probeert je de mond te snoeren is geen goed mens om in je buurt te gedogen. Vertel ze dat je ze niet meer wil zien, of schoon je rolodex, je adressenlijst, je vriendenlijst op facebook. Je instagram-volgers.
Ik kan je niet vertellen wie van je vrienden en bekenden in aanmerking komt voor deze twee groepen, maar vertrouw op je instinct. Als iemand je juist slechter laat voelen, is het geen goed gezelschap.
Als je je even alleen maar boos voelt op alles en iedereen, op het leven – dan is dat normaal. Echt. Trek je dan even terug, zet je ademhaling goed neer. Zoek een uitlaat. Schrijf in éen ruk door al je ellende eruit. Schreeuw het in een kussen of in de wind aan zee.
Als dit gevoel blijft, zoek dan een goede therapeut. Soms heb je echt even hulp nodig in het leven, en dit is bij uitstek een tijd waarin dat het geval kan zijn.
Ik wens je het goede, en zo min mogelijk van de 11 mensen die ik hierboven voor je karakteriseerde!
Vertaald naar een oorspronkelijk stuk van Erin Donovan.